Werkbaarheid in verschillende sectoren
In dit onderdeel wordt er ingegaan op de verschillen in werkbaarheid tussen de verschillende sectoren. De gezondheids- en welzijnssector wordt echter meer gedetailleerd besproken. Dit kunt u lezen op een andere pagina. Zoals al eerder vermeld, is dit dus voornamelijk gebaseerd op de cijfers van 2023. (bron)
Banken
en verzekeringen
Slechts 47,4% van de werknemers in deze sector ervaart hun job als werkbaar, het laagste percentage ooit gemeten. Werkstressklachten komen bij 40% van de werknemers voor, waarvan 16,1% burn-out symptomen rapporteert. Motivatieproblemen spelen een beperkte rol (6,1%), terwijl leermogelijkheden en werk-privébalans ertussenin liggen. De werkstressklachten en werk-privébalans zijn gestegen. Hoge werkdruk (44,0%) blijft de belangrijkste risicofactor, ondanks een daling.
Bouw
In de bouwsector ziet 54,8% van de werknemers hun job als werkbaar. Werkstress (34,7%) blijft de grootste uitdaging. Van deze selecte groep ervaart 10,9% burn-out symptomen. Motivatieproblemen (17,2%) en onvoldoende leermogelijkheden (10,6%) daalden. Naast de hoge werkdruk
(32,1%) zijn de belastende omstandigheden (27,7%) ook een risicofactor die
hoog gerangschikt staat. De fysieke belasting is de enige risicofactor die afnam.
Chemie
De chemische sector is met een werkbaarheidsgraad van 60,1% de meest werkbare sector. Daarnaast is dit ook de hoogste meting ooit. Opnieuw scoren werkstress (27,3%) en motivatieproblemen (20,4%) het hoogst, terwijl onvoldoende leermogelijkheden (12,3%) en werk-privéconflicten (10,6%) minder vaak voorkomen. Na de hoge werkdruk (31,7%) volgt routinematig werk (19,2%) als hoogste risicofactor.

Transport
Met 46,6% heeft deze sector de laagste werkbaarheidsgraad. Werkstress (35,5%) en de burn-out symptomen (12,9%) blijven een groot probleem. Motivatieproblemen (25,4%) en onvoldoende leermogelijkheden (25,6%) komen in dezelfde mate voor. Het
werk-privéconflict (15,6%) vormt een kleinere uitdaging. Alle knelpunten kennen een daling. Het
routinematig werk (35,7%) is de hoogste risicofactor. Hoge werkdruk (31,2%), gebrek aan autonomie
(25,8%) en belastende arbeidsomstandigheden (20,1%) volgen. Opvallend is dat alle risicofactoren dalen, behalve routinematig werk.
We zien steeds een stijgend verloop in de werkbaarheidsgraad van deze sector. In 2023 is die graad 54,9%. De werkstressklachten bemoeilijken de job van 33,8% van de werknemers. Motivatieproblemen treft 20% en het werk-privéconflict stoort 12,2%. De werkdruk (32,1%) en het routinematig werk (18,2%) zijn de grote boosdoeners. Alle storende factoren kennen een daling.


De werkbaarheidsgraad bedraagt 50,6%. De werkstress (33,5%) het grootste knelpunt. De onvoldoende leermogelijkheden en de motivatieproblemen zijn voor 20,8% een probleem. Werk-privébalans heeft de minste impact (12,2%). Hoge werkdruk (30,4%) en routinematig werk (28,7%) vormen de belangrijkste risico's. De meeste factoren dalen licht.
MetaalindustrieDe metaalindustrie bereikt een recordhoogte in werkbaarheid (54,8%). 31,1% ervaart stressklachten, maar ook het motivatietekort (23,9%) lijkt een probleem te vormen. Onvoldoende leermogelijkheden (17,9%) en werk-privéconflict (8,4%) komen minder voor. Hoge werkdruk, routinematig werk en belastende werkomstandigheden overtreffen allemaal de 20%. Geen enkele risicofactor komt bij minder dan 10% voor. Alle factoren kennen een duidelijke daling.
Onderwijs
Met een werkbaarheidsgraad van 48,1% blijft het onderwijs een van de minder werkbare sectoren. Slechts 55,2% kent een acceptabel werkstressniveau. Werk-privéconflicten (20,0%) scoren hier hoger dan in andere sectoren. Opnieuw behalen hoge werkdruk (34,6%) en emotionele belasting (33,2%) de hoogste percentages.
De hoge werkdruk is wel voor het eerst wat gedaald. Het gebrek aan
autonomie en onvoldoende steun van leidinggevenden schommelen rond de
12%.
Openbaar
bestuur
De werkbaarheidsgraad stijgt licht tot 54,3% . Werkstress (33,4%) blijft de grootste uitdaging, gevolgd door motivatieproblemen (19,6%). De hoge
werkdruk (29,0%) en de emotionele belasting (27,6%) zijn de grootste bedreigingen. Ook het routinematig werk loopt op tot boven de 20,0%. De emotionele belasting is de enige risicofactor die
een stijging kent.
Productie voeding
Ook deze sector bereikt een record van 52,4% werkbaarheid. De werkstressklachten (32,0%) is het knelpunt dat
de bovenhand neemt, maar deze is wel gedaald. De motivatieproblemen (25,1%) en onvoldoende leermogelijkheden (21,0%) blijven ook hoog. Werk-privéconflicten (12,8%) vormen een minder groot probleem. De belangrijkste risicofactor is routinematig werk (32,7%), gevolgd door de hoge werkdruk (32,2%) Gebrek aan autonomie en belastende werkomstandigheden schommelen rond de 23,0%.

Werkstress blijft in alle sectoren de belangrijkste uitdaging, terwijl leermogelijkheden en motivatieproblemen variëren. In sommige sectoren is het werk-privéconflict ook een groeiend probleem. De bouw, chemie en zakelijke diensten vertonen overwegend positieve trends, terwijl transport en onderwijs een lagere werkbaarheidsgraad kennen. Het blijft dus belangrijk om in te zetten op werkbaar werk in alle sectoren.